Als u 2D-bestanden in de Autodesk Construction Cloud mobile app-app wilt meten, moet u eerst de metingen kalibreren aan de hand van de schaal van uw bestand. Vervolgens kunt u metingen toevoegen die als markeringen in het bestand worden opgeslagen.
Als u wilt beginnen met meten, moet u de meting op uw bestand kalibreren.
Tik op het liniaalpictogram
in de werkbalk markeringen.
Tik op het kalibratiepictogram
.
Kies uit twee opties om te kalibreren:
2-puntskalibratie: definieer een bekende lengte tussen twee punten die als basis voor uw kalibratie moet worden gebruikt.
Schaal instellen: u kunt de gewenste schaal voor het hele tekeningbestand selecteren. Dit kan overeenkomen met de werkelijke schaal die in het tekeningbestand is opgegeven.
U kunt terugkeren naar deze stappen om de kalibratie te bewerken of op Verwijderen onderaan tikken om deze te verwijderen.
Nadat u uw bestand hebt gekalibreerd, bent u klaar om te beginnen met meten.
Tik op het liniaalpictogram
in de werkbalk markeringen om de beschikbare meettools voor 2D-bestanden te bekijken.




Tik op het eerste punt van de meting die u wilt uitvoeren.
Blijf tikken om punten te maken die overeenkomen met de vorm die u meet.
De gemeten waarde wordt weergegeven in lijnen of vrije-vorm markeringen op basis van de werkelijke lengte van de lijn. Voor rechthoeken stelt het getal de oppervlakte van de rechthoek voor.
Als u een vorm wilt beƫindigen, tikt u op het eerste punt.
Bewerk en maak de markering naar wens op. Meer informatie over markeringen bewerken.