Door meldingtypen en -subtypen te definiƫren kunt u informatie over projectmeldingen specificeren.
Projectbeheerders kunnen de meldingtypen die beschikbaar zijn om te selecteren, beheren. Ook kunnen ze aangepaste meldingtypen of -subtypen toevoegen om filtermeldingen efficiƫnter te maken. Deelnemers selecteren het subtype bij het aanmaken van meldingen.
Aangepaste attributen moeten worden toegewezen aan meldingtypes of -subtypes om te worden weergegeven in meldingen.
Aangepaste meldingtypen kunnen niet verwijderd worden. Deze kunnen alleen op Inactief worden gezet in het menu Meer
.

Alleen projectbeheerders kunnen meldingtypes of -subtypes aanmaken.
Klik op de pijl naast een Meldingtype om de vervolgkeuzelijst met subtypen uit te klappen. U kunt subtypen toevoegen of bewerken/activeren in het menu Meer
.